Wie vanaf de A1 Barneveld binnenkomt ziet tegenover de spoorwegovergang kasteel De Schaffelaar. Tegenwoordig een locatie voor feesten en het kantoor van de radiozender TWR, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog had De Schaffelaar een andere functie. Het gebouw werd toegewezen aan een groep joodse Nederlanders, die hoopten in Barneveld te ontkomen aan de deportatie naar de vernietigingskampen.
Het verhaal begint in mei 1940. Nederland wordt bezet door het Duitse leger onder leiding van de Nationaalsocialisten. Al snel komen de Nazi’s met regels die het leven van joodse Nederlanders extra moeilijk maken. Parken, bioscopen, zwembaden en later hele wijken worden voor hen verboden gebied. Werken en onderwijs volgen wordt ook steeds moeilijker. In de zomer van 1942 beginnen de massale deportaties naar vernietigingskampen in Oost-Europa. Om hieraan te ontkomen zijn er maar twee mogelijkheden: vluchten of onderduiken. Een groep Joodse Nederlanders krijgt een alternatief aangereikt door twee hoge ambtenaren. Zij vragen de Nazi’s een aantal Joden wegens ‘landsbelang’ niet te deporteren omdat zij nodig zijn voor een goed bestuur van het land. Mogelijk was het argument van landbelang gezocht en ging het meer om het beschermen van medemensen. Het waren zeker ook niet allemaal ‘celebraties’; de meeste waren doorsnee Nederlanders. Uiteindelijk geven de Nazi’s toestemming om 650 mensen vanaf december 1942 onder te brengen in kasteel De Schaffelaar en Huize de Biezen in Barneveld. Daar zou de Barneveldgroep de rest van de oorlog veilig kunnen verblijven.
Kasteel klinkt mooi, maar in feite is het in 1942 een leegstaand en verwaarloosd landhuis zonder voorzieningen. Het pand lijkt geschikt voor zo’n honderd mensen maar er komen ruim 400 bewoners. De situatie in Huize de Biezen is niet beter. Dicht op elkaar levend, met te weinig eten en sanitaire voorzieningen, proberen ze toch nog iets van hun leven te maken. Er worden voorstellingen georganiseerd, een school opgezet en de Joodse feestdagen worden gevierd. In het begin mogen ze nog vrij rondwandelen in Barneveld, maar al snel blijft dit beperkt tot een klein deel van het bos rond de Schaffelaar resp. de Biezen. Bovendien is er naast de slechte levensomstandigheden een aanhoudende angst onder de bewoners: zijn we in Barneveld echt veilig. Een terechte angst. Op 29 september 1943 worden de bewoners door de SS en de politie naar kamp Westerbork gebracht in Drenthe. Daar zouden ze veilig zijn wordt hen beloofd. Deze belofte houdt stand tot september 1944, wanneer ze in veewagens naar Theresienstadt worden gebracht, een concentratiekamp in Tsjechië. Daar moeten ze werken tot de gaskamers van de Nazi’s voldoende capaciteit hadden om hen allen te doden.

Was de inspanning om hen te beschermen voor niets? Nee. De tijd werkt in hun voordeel. In de winter van 1943 wordt een groot Duits leger bij Stalingrad verslagen. De oorlog verloopt niet meer goed voor de Nazi’s. Ze hebben ook een groeiend gebrek aan noodzakelijke spullen. Gevangenen uit Theresienstadt worden in februari 1945 geruild voor medicijnen. De medicijnen gaan naar het Duitse leger, de gevangenen worden naar Zwitserland gebracht. Daar blijven ze tot het einde van de oorlog. Een deel van hen behoort tot de groep uit Barneveld. De rest van de Barneveldgroep moet in Theresienstadt blijven. Daar worden ze in 1945 bevrijd door het Russische leger.
Uiteindelijk overleeft een groot deel van de groep de oorlog. Het was voor hen een bijzonder zware, gevaarlijke en onaangename tijd. Door de erbarmelijke omstandigheden waren de meesten na de oorlog uitgeput en ziek. Dankzij hun doorzettingsvermogen is het velen van hen gelukt om, terug in Nederland, hun leven weer op te bouwen. Ze leefden verder in het besef dat ze dankzij de hulp van een paar Nederlanders de 2e Wereldoorlog hebben overleefd.